Kleuterjongetjes worden 3 à 4 maal zo vaak een ‘bespreekgeval’ dan meisjes: hun gedrag wordt vaker als problematisch ervaren en hun taalontwikkeling als ‘in achterstand’.
Wat is de achtergrond van deze problematisering en welke neurowetenschappelijke verklaringen zijn ervoor deze signalering te vinden?
De neurowetenschap leert ons steeds meer over de manier waarop jonge kinderen leren. Hun brein is nog lang niet af: ze hebben rijke, betekenisvolle leerervaringen nodig om de ontwikkeling ervan te stimuleren.
In deze keynote gaan we in op de vraag waarom kleuterjongetjes veel meer dan meisjes, opvallen door hun gedrag, dat -in de schoolse context- bovendien vaker als problematisch wordt ervaren. Om een antwoord op die vraag te vinden wordt allereerst de breinontwikkeling van jonge kinderen uitgelegd.
Aan de orde komen daarna de neurowetenschappelijke verklaring van genderverschillen, van opvallend- en probleemgedrag en het diagnosticeren van stoornissen in de jonge kind periode. Want wat doen we als een kleuter ‘buiten de lijntjes kleurt’?