In deze lezing verkennen we wat de invloed kan zijn van een andere ‘thuistaal’ dan het (standaard) Nederlands op de Nederlandse taalontwikkeling en hoe we daar in het onderwijs mee om kunnen gaan.
We kijken eerst naar algemene (universele) kenmerken van taalontwikkeling, en zoomen dan in op de domeinen woordenschat, tekstbegrip en mondelinge taalvaardigheid.
We bespreken enkele do’s en don’ts en veel voorkomende misvattingen en problemen waar meertalige leerlingen en leerkrachten tegenaan lopen.
Aan de hand van enkele stellingen en praktijkcasussen kijken we o.a. naar hoe en wat getoetst wordt, wat dat (niet) zegt, hoe we naar verschillen in meertaligheid kunnen kijken en wat dat betekent voor ons onderwijsaanbod.